Van nood naar vette winst

“Er is gebeld voor je.”
“Voor mij?” Ik kijk Els, de management secretaresse van de algemeen directeur, wat glazig aan. Ik was op weg naar de uitgang van het bestuursbureau na een ochtend vergaderen met de schoolleiders van mijn stichting. Op weg naar school, maar nu dus even tot stilstand gebracht.

“Ja.”, zegt ze dan. “Ze heeft ook al naar de school gebeld. Ze dacht dat je daar nog wel zou werken. De huidige schoolleider heeft haar geadviseerd om maar naar het bestuursbureau te bellen. Ze wilde niet zomaar je telefoonnummer geven.”
“Nou dat moet dan wel heel belangrijk zijn geweest, kan vast niet veel goeds betekenen.”, antwoord ik wat cynisch. “Nou daar zou ik maar niet zo zeker van zijn. Ze belt om te vertellen hoe het met haar en haar zoon gaat en ze wil je bedanken. Je hebt veel voor haar betekend.”

De glazigheid in mijn blik veranderde nu in oprechte verbazing. Wie zou dat geweest kunnen zijn. Ik was inmiddels al bijna drie jaar weg bij mijn toenmalige school. Els noemt een naam die ik niet meteen herken. Als ze echter de naam van haar zoon Boris noemt, schieten de herinneringen aan dat schooljaar, nu zo’n jaar of vijf geleden, meteen door mijn hoofd. De vele gesprekken met moeder en met externe hulpverlening kan ik meteen weer voor me halen.

Zelden had ik een moeder zo zien vechten voor haar kind. Een vechtscheiding bracht haar aan de financiële afgrond en een huisuitzetting lag op de loer. Een slechte communicatie met de vader van Boris die in moeders ogen het belang van hun zoon niet op de eerste plek had. De verwijten vlogen over tafel en men kon niet tot een oplossing komen. De jongen had het er moeilijk mee en hij kwam bij ons op school omdat moeder haar auto wegens geldgebrek moest verkopen en de ‘oude’ school voor haar per fiets te ver weg was. Onze school was dichterbij en dus kwam hij halverwege het jaar in groep 5.

Een hele creatieve en intelligente jongen die niet tot leren en werken kwam. De onrust thuis en de moeizame relatie tussen beide ouders, maakten hem druk en ongeconcentreerd. Hij presteerde duidelijk onder zijn niveau, maar moeder bleef maar zeggen dat het allemaal wel goed kwam. Als eerst de rust maar weergekeerd was.

Zij geloofde in hem en in haar eigen kracht om de situatie ten goede te keren. Ik wilde het wel geloven maar zag het gedrag en de leerprestaties verslechteren en vond het onze verantwoordelijkheid om in gesprek te blijven en te zoeken naar goede ondersteuning.

Op de een af andere manier was er een klik tussen ons, durfde ze me in vertrouwen te nemen en kon ik ook op die manier proberen om soms wat bij te sturen of haar op een ander spoor te zetten. Ze kwam dikwijls de voortgang van het scheidingstraject met me ‘delen’. Het kostte veel tijd maar het was nodig omdat we het welbevinden van Boris voorop hadden staan. Ik opperde dat Boris iemand nodig had om mee te praten. Hij liep ook vast en zat niet lekker in zijn vel. Het loyaliteitsconflict t.o.v. beide ouders was voor hem heel ingewikkeld. De begeleiding voor Boris werd gestart en ook vader werd door mij op zijn verantwoordelijkheden gewezen. Een traag proces met heel veel spanningen en keuzes die dikwijls niet de mijne zouden zijn geweest.

En dan is het de vrijdag voor de zomervakantie als Sophie, de moeder van Boris, opnieuw mijn kantoor instapt. Even denk ik nog dat ze komt vertellen dat het huis toch niet verkocht wordt en ze in de vakantie er in ieder geval kan blijven wonen. Niets is minder waar. Ze komt melden dat ze vertrekt en dat ze me niet kan vertellen waarheen. Ik ben met stomheid geslagen en ook geïrriteerd. Ik zeg haar dat ze dat niet zomaar kan doen. Waar gaan ze heen en naar welke school? Weer een verandering voor Boris die net vriendjes begon te krijgen. Zoveel onrust en zoveel onduidelijkheden. Zij was het die nu heel rustig sprak. Er was geen andere oplossing, ze had het idee dat vader snode plannen had en geen haar op haar hoofd die er over dacht om de moeder-zoon relatie op het spel te zetten. Ze zou zich wel weer melden zodra er duidelijkheid over huisvesting en woonplaats was. Ze moest en had geen keus. Ik wist dat ze woord zou houden en dat ze zich weer zou melden. Ik was echter onrustig en begreep niet dat mensen zo’n puinhoop van hun leven konden maken. Even zei ik dat ik dit wel moest melden bij leerplicht als ik de eerste week niets van haar hoorde, maar ze drukte me op het hart dat dit niet nodig zou zijn.

“Vertrouw me, ik ga de toekomst voor Boris en mij ‘mooier’ maken.”

Ze pakte me vast en kuste me op beide wangen. “Dank je wel Karin. Je hoort van me.”

En zo geschiedde. Een school uit een stad in het midden van het land nam na de vakantie contact op voor informatie. Moeder had gevraagd om een warme overdracht en naast het gebruikelijke onderwijskundige rapport en de gegevens uit het leerlingvolgsysteem, had ik een gesprek van zo’n half uur over de zorgelijke situatie van moeder en kind.

En nu vijf jaar later is Sophie op zoek naar mij. Ze wil vertellen hoe het met haar gaat. Als ik op school terug ben en mijn Outlook open, tref ik een uitgebreide mail met een update. Ze hebben inmiddels goede huisvesting gevonden en wonen in haar geboorteplaats Amsterdam. Het contact met vader is hersteld, Boris sport op hoog niveau en zit op het VWO. Zij heeft werk waarbij ze haar opgedane ervaringen in haar privéleven gebruikt om andere mensen te helpen. Ze zijn gelukkig en zien de toekomst weer optimistisch tegemoet.

In haar mail bedankt ze me voor de goede begeleiding. Ze eindigt haar mail met:

“Van nood naar vette winst en jouw loyaliteit destijds wordt door mij niet vergeten en nog steeds gewaardeerd . Zo ook je humor. Weet zeker dat wij nog eens een kopje koffie drinken.”

Groet Sophie.

Even slik ik het brok in mijn keel weg als ik wat onderuit zak in mijn bureaustoel. Wat gaaf en wat is dit belangrijk. Hoe fijn zou het zijn als we van ouders wat vaker een update zouden krijgen van kinderen die van school wisselen. Juist deze kinderen die extra zorg of ondersteuning nodig hadden. Waar je zowel met ouders als met de kinderen een hele ingewikkelde en fragiele relatie opbouwt. Een overstap naar speciaal onderwijs, een verhuizing na een scheiding, een uithuisplaatsing na vermoeden van kindermishandeling of bewijs hiervan. Dit zijn de leerlingen waar intern begeleiders, leraren maar ook een schoolleider soms heel slecht van slapen. Het zijn toch juist deze ouders en leerlingen waar veel aandacht en tijd naar toe gaan. Zo’n leerling waarvan je na schooltijd tegen elkaar zegt:”Ik zou willen dat ik hem/haar onder mijn arm mee naar huis kon nemen om hem/haar liefde, aandacht, veiligheid of rust te geven.” We kennen ze in het onderwijs allemaal wel.

Ze verdwijnen dikwijls maar ze zijn niet vergeten.

Bedankt Sophie. Ik ben zo blij met je terugkoppeling.
Dat je een voorbeeld voor velen mag zijn.

Deze blog is gepubliceerd op Onderwijskoppen als ‘Mijn onderwijsmoment 2017’

Karin Donkers
Leraar/schoolleider/kwartiermaker
Edublogger en lid Bloggerscollectief HetKind

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.