Ze staat als een ringslang met haar armen en handen gebonden om de been van haar moeder. Angstig kijkt ze naar het speelplein waar ze haar tocht richting klaslokaal straks zonder haar moeder moet vervolgen. Een meisje dat voordien nooit moeite had met afscheid nemen en altijd babbelend en lachend de dag begon. Maar nu dus niet. De eerste twee weken, nadat de scholen weer open gingen zijn zonder problemen verlopen. Maar nu lijkt de stap richting hek te groot. Het hek zou immers gesloten worden en de dag is lang. Je weet niet wat er gaat gebeuren en voor wat voor verrassingen je komt te staan, deze gedachten vullen mijn hoofd. Wat zou er in haar koppie omgaan? Moeder heeft veel geduld en probeert haar echt gerust te stellen. Maar het moment van afscheid nemen is onvermijdelijk, verplichtingen roepen. We praten haar rustig doch enigszins dwingend het plein op en ik sluit het hek. Wat voelt dit slecht en wat had ik graag de angst van dit kleine meisje overgenomen.
Elsa kijkt me wat meewarig aan en begint nog harder te snikken. Zelfs haar kleine basketbal en haar knuffel kunnen haar niet troosten. Moeder had nog excuses gemaakt voor het feit dat de attributen mee waren maar ze had iets gezocht dat troost kon bieden. En duidelijk niet gevonden. Gelukkig was het daar niet bij gebleven. Nog vlak voor het definitieve afscheid van zo’n 9 uur, heeft haar moeder op een klein groen hartje op de rug van haar hand gewezen. Ze drukt erop en zegt:”Niet vergeten!” Ze wijst op zo’n identiek hartje op de hand van het kleine blonde meisje. Moeder geeft nog snel wat handkussen en roept:”Love you!” Ze fietst weg en Elsa huilt hard, harder, heel hard. En moeder fietst nog harder, weg, uit het zicht.
Heel even een diepe zucht, haar handjes geklemd om het hek, keek me ze huilend aan. Het zacht huilen wordt weer harder. De hele trukendoos gaat open. Ik vraag naar de bal en of ze die gekregen heeft of ze basketbalster wil worden, niets maakt haar rustig. Ik leg mijn hand op haar schouder en merk dat ze rustiger wordt. Ze laat het hek los en pakt met haar hand met arm. Ze vleit zich tegen mijn been en haar lichaampje stopt met schokken. Er is heel voorzichtig een gesprekje mogelijk. Het groene hartje, met stift op haar hand getekend, is me inmiddels opgevallen. “Wat heb je daar op je hand!” vraag ik zacht terwijl ik een aai over haar hoofd geef. Ik realiseer me plotseling dat ik geen moment gedacht heb aan de 1.5 meter afstand en doe voorzichtig een stapje naar achteren terwijl ik haar aan blijf kijken. Elsa begint te vertellen:”Dat heeft mama op mijn hand getekend.” Ik was even in de veronderstelling dat er meer zou komen maar het blijft stil. “Zo maar of om een speciale reden?”
“Nou, ze zegt dat als we niet bij elkaar zijn en ik druk op het hartje als ik haar mis dat zij dat dan voelt en dat ze dan heel veel liefde en kusjes mijn kant op stuurt. Dan weet ik dat ze aan me denkt en dat ik me niet alleen hoef te voelen.” Ze draait zich om naar het hek en begint weer te huilen. “Maar mama komt straks toch weer. Waarom druk je dan nu niet even op het hartje dan weet je dat mama van je houdt.” Elsa draait zich opnieuw om:”Ja maar ik voel het helemaal nooit!” Dat laatste woordje nooit gaat gepaard met een lange huilende uithaal.
Even merkt ik dat ik niet weer wat ik moet zeggen. Hoe ik haar hier doorheen moet helpen. Ze ziet dat ik bedenkelijk kijk en verwacht een antwoord lijkt wel. Ze kijkt me zo vragend aan. “Nou” begin ik ietwat aarzelend terwijl ik nadenk. Meer om tijd te rekken en een troostende opmerking te vinden. “Weet je. Misschien voel jij het wel niet maar voelt mama het wel echt. Dat is toch ook oké? Je drukt dan niet op het hartje voor jezelf, maar voor je mama. Zij voelt dan wel dat je aan haar denkt en vindt dat fijn. Dat is toch geweldig!” Ik voel dat ik enthousiast klonk, bijna blij met mijn gevonden antwoord. “Ik zou het geweldig vinden als ik verdrietig ben dat ik zou weten dat er iemand aan me denkt of van me houdt.” Haar gezicht fleurt op en ze kijkt naar haar hand. Met haar wijsvinger drukt ze op de rug van haar hand waar het hartje op is getekend. Een maal, twee maal, ja drie keer! “Zo, als ze dat niet gevoeld heeft dan weet ik het niet meer.”
Ik lach , pak haar hand en loop samen met haar achter de groep aan naar binnen. Fijne dag Elsa.
Karin Donkers
Schoolleider