Als het erin zit, komt het er ook wel uit……

“Is dit jouw school.” Ik kijk achterom en zie eerst de schoonmaakkar en vervolgens de twee duwers. Een man en vrouw van een jaar of vijftig staan pal voor me met hun mondkapjes op hun kin. Ik merk dat ik moet opletten dat ik niet geïrriteerd raak. Die dingen horen immers gewoon voor de neus en de mond. “Ja, ik zie dat je wil zeggen dat ik dat ding goed op moet doen. Maar dan herken je ons niet.” Hij lacht en kijkt naar de vrouw. “Inge en Klaas. Je weet het toch nog wel?”

Ik voel dat ik wat warm word en doe echt mijn best want blijkbaar staan hier bekenden voor me. “Ja jeetje, ik word ook een dagje ouder.” probeer ik nog. Maar voor ik adem kan halen, reageert de man opnieuw. “Nou Inge, ik dacht het wel. Ze kent ons niet meer. Blijkbaar geen indruk gemaakt.” Vragend kijkt de man me aan. De vrouw schuift haar mondkapje nog iets verder naar beneden alsof haar kin en hals de herkenning gaan bieden.

“We geven je een hint . Michael, blond en druk. Maar altijd lachen. Nou hijzelf dan hè. Zijn moeder heeft aardig wat traantjes gelaten toen hij op school zat. Het waren geen makkelijke rapportgesprekken en we zijn regelmatig op school geweest om zijn gedrag te bespreken. Het vrouwtje dan hè. Ik lijk teveel op hem.” De man begint onbedaarlijk te lachen. Inge, blijkbaar de moeder, geeft de man een ros in zijn zij met haar elleboog. Ze werpt hem een wat geïrriteerde blik toe, maar begint vervolgens zelf ook te hard te lachen.

En ja hoor. Haar lach verraadt haar. In mijn hoofd verschijnt het plaatje van Michael. Een blond slungelig jongetje, altijd in beweging en altijd het laatste woord. Tot grote ergernis van zijn leerkrachten. Elke opmerking of gegeven antwoord hadden zijn mond al verlaten alvorens hij zich herinnerde dat er afspraken waren zoals je vinger opsteken. De keren dat Michael sorry zei op een dag waren niet op twee handen te tellen. En werkelijk waar, je hoefde niet te twijfelen aan zijn oprechtheid want hij had zichzelf gewoon niet onder controle. Eerst doen en dan pas denken. Echt met alles. En overal toevallig bij zijn. Dat overal waren dikwijls geen zaken waar je bij wilde zijn. Rottigheid, kattenkwaad of een pesterijtjes. Hij was nooit de aanstichter, de leider, maar hij was daar en er floepte al wat uit zijn mond. Een nabrander, een bekentenis, een grapje op het verkeerde moment of een opmerking aan het adres van de foute persoon.

Meteen beken ik de herkenning en zeg zijn naam hardop. “Ja, Michael, natuurlijk.” De man en de vrouw lijken een zucht van verlichting te slaan. Blij met mijn opgehaalde herinnering. Meteen haalt de man zijn portefeuille uit zijn kontzak en nog voor ik maar kan reageren, wordt er een foto onder mijn neus gedrukt. “Kijk nou eens. Wat een mooi stel. Ja, hij heeft het niet verkeerd gedaan hoor. Ik laat hem je zien omdat jij daaraan meegeholpen hebt. Gewoon als ie weer eens bij jou op kantoor mocht werken. Geen straf, gewoon rustig en geen afleiding.”

Ik herinner me het toch iets anders maar wie was ik om deze herinnering, die zo positief klonk, om zeep te helpen. “Hij werkt bij een tuiniersbedrijf, lekker buiten. Veel beweging en de mogelijkheid om grapjes en lolletjes uit te halen zonder dat dit al teveel consequenties heeft. Mannen onder elkaar. En ‘s avonds heeft hij voldoende energie verbruikt om ook af en toe eens op de bank te kunnen blijven zitten. Dat willen die vrouwen. Lekker blond ding toch?” Hij toont me een andere foto. Een jonge vrouw met een klein kindje op haar arm, lachend in lens van de camera. “Hij is goed terecht gekomen. Weet je nog dat jij zei dat als het erin zat er ook uit zou komen. Hij is een goede man en vader. Dat zat en en zit erin. Lief jong, doet geen vlieg kwaad.”

De vrouw draait zich om en kijkt op haar horloge. “We moeten door.” De man reageert meteen en pakt de slang van de stofzuiger, duwt hem onder zijn arm om met zijn voet de buik van het ding een flinke trap voorwaarts te geven. De vrouw geeft de kar een zet en samen komen ze in beweging. “Is dit jouw school. Wat een viezigheid hier, we vallen in. Maar wat een slechte schoonmaak is hier aan het werk.”

Zo snel als ze voor me stonden, zo snel verdwenen ze de gang in met hun schoonmaakkar. “Nee, niet mijn school.” fluister ik. “Ik woon slechts in. En ja het is ook vies . We moeten doen waar we goed in zijn. Als het erin zit, komt het er ook wel uit.”

Karin Donkers, schoolleider en leraar

4 reacties op “Als het erin zit, komt het er ook wel uit……

  1. Mooi en herkenbaar verhaal, Karin.

    Voor jou een goed jaar rijk van nieuwe en vooral mooie ervaringen, toegewenst.

    Dico

Laat een antwoord achter aan Karin Donkers Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.