De telefoon gaat over maar er wordt niet opgenomen. Ik weet dat ik het ben vergeten, haar verjaardag. Nog geen 10 minuten later gaat mijn telefoon. “je bent mijn 77 ste verjaardag vergeten.” “Ja daarom belde ik, ik bied mijn excuses aan, gewoon vergeten. Ik was een paar dagen weg.” “Ja maar ik ben wel 77 geworden.” “Ben je morgen thuis? Dan kom ik even een kopje koffie bij je halen?” Als ik het rode telefoontje op mijn iPhone indruk, realiseer ik me dat dit de eerste keer is dat ze me herinnert aan haar verjaardag die ze nooit viert. Ze viert het ook niet maar snakt naar bezoek, naar aanloop. Na een opname van een aantal maanden in een verpleeghuis na haar val en operatie is ze weer enkele weken thuis. De aanloop is sterk vermindert en ze heeft me eerder al vertelt dat ze misschien wel beter af was in het verpleeghuis.
Ze heeft ook niet veel meer, geen kinderen en weinig mogelijkheden om er zelf op uit te trekken. Ze kan niet meer lopen en ook haar gezichtsvermogen laat haar in de steek. Ze is afhankelijk van hulp, hulp die haar familie haar niet kan bieden maar van de professionele thuiszorg niet aanvaardt. Ze wil het zelf doen maar mist de energie, de vechtlust en dus blijft alles zoals het is en wordt dagelijks een beetje minder. Ze wil niet geholpen worden en wij kunnen haar niet helpen. Haar dag bestaat uit opstaan met ondersteuning van de thuiszorg, zitten, koffie drinken, hapje eten, wat televisie luisteren, roken, roken, roken en weer naar bed met de hulp van de thuiszorg. Ze heeft geen gespreksstof en bouwt geen nieuwe ervaringen op die kunnen leiden tot nieuwe gesprekken. Het verleden en herinneringen maken dat er soms nog iets van interactie op gang komt. Maar vragen worden beantwoord met een knik of een korte ja of nee. Haar leventje speelt zich af op twee vierkante meter, een tafel met een stoel en een televisie op de kast. Binnen handbereik op die tafel haar telefoon, de afstandsbediening, een potje met een laagje water, een zak hondenkluifjes, een stapeltje onbetaalde rekeningen en sigaretten. Een stapeltje met pakjes op voorraad en wat reserve wegwerpaanstekers.
Ik trek aan de deurbel naast de hardhouten deur, geen reactie maar wel een een raampje dat openstaat als een uitnodigend luikje in de deur. Ik steek mijn hand erdoor en pak de trekker van het slot om mij toegang te verschaffen tot haar woning.
“Hallo, kan ik verder komen?” Van de gang loop ik rechtstreeks naar de keuken. De prachtige woonkamer met bronzen beelden, meerdere schitterende orchideeën, prachtige schilderijen en Chesterfield bankstel wordt al lang niet meer gebruikt. Ik zie haar zitten en haar mond beweegt zonder dat er woorden komen. Ze trekt heftig aan haar sigaret. Ik kus haar maar bij de tweede kus draait ze haar hoofd weg. Ach natuurlijk ze wil altijd maar één kus of nog liever geen. Hoe kon ik het vergeten? Haar ogen sprankelen heel even of beeld ik me dat in, wil ik het graag zien.
De dooddoeners van altijd dezelfde vragen komen ook nu weer.
Hoe is het met je?
Heb je nog wat van het weer kunnen genieten?
Wat voor ebook ben je aan het luisteren?
Lukt het wat met de thuishulp?
Ik krijg korte onbevredigende antwoorden en moet er echt aan trekken. Ik word er ongemakkelijk van, van de stilte en de realisatie dat ze niet meer tot echt antwoorden in staat is. Ik vertel over mijn kinderen, mijn werk, mijn ouders en over wat mij zoal bezighoudt.
In mijn ooghoeken zie ik op de televisie dat het programma ‘Spoorloos’ net begint. Om mijn ongemakkelijke gevoel weg te nemen zet ik het geluid wat harder. De zoektocht naar een biologische vader brengt de kijker terug naar de jaren van opbouw na de Tweede Wereldoorlog. De tijd waar ook zij opgroeide als oudste in een gezin van zes kinderen. Ik zie de aandacht in haar ogen en besluit niets te zeggen. Na zo’n minuut of tien verslapt de aandacht, het gesproken woord verandert in anderstalige interviews die ze niet kan volgen door haar slechte zicht. Hoe ging dat bij jullie vroeger? Hoe waren de jaren voor jullie als jonge meisjes? Hoe zijn jullie vanuit Den Haag hier terechtgekomen? Ze schuift wat op haar stoel maar vertelt, vertelt en geeft langere antwoorden op mijn vragen. Er is plotseling wel gespreksstof en voor haar een mogelijkheid om het te hebben over vroeger. Blijkbaar zijn de beelden goed geweest voor een korte opleving. Even aansluiten bij de belevingswereld van deze vrouw. De herinneringen worden gedeeld en er ontstaat een mogelijkheid om nieuwe vragen te stellen. Fijn!
Als ik terugloop door het laantje naar mijn geparkeerde auto, kijk ik nog even om. Lange dagen zo maar de tijd wordt steeds korter. Hoelang zal dit nog goed gaan, wanneer komt het telefoontje van èèn van de twee zussen die nog in leven zijn. “Ze is weer gevallen.” Het is een kwestie van tijd, zij weet het en zij weten het. Maar het is zoals het is. Tot volgende week.
Karin Donkers
Edublogger / HetKind Bloggerscollectief