En wat zou jij graag willen?.
Een vraag die al meerdere keren gesteld was, maar nog nooit beantwoord. Dikwijls was ze te boos om hem te beantwoorden, maar eigenlijk was ze gewoon niet bij machte om een antwoord te formuleren.
Ik bedacht me dat het ook inderdaad een vraag was waar bedenktijd voor nodig was. Wat waren er al een vragen aan dit meisje gesteld.
Waarom heb je dat gedaan?
Hoe is dat gekomen?
Waarom schreeuw je zo?
Waarom doe je zo boos?
Al snel stopte ik daarmee en soms wilde ik dat ik die vragen nooit had gesteld.Ik realiseerde me dat er in deze fase geen antwoorden zouden komen.
Een ‘vol’ hoofd
Als de driftbuien voorbij waren, kon ze eigenlijk niet veel meer zeggen dan “Mijn hoofd zit zo vol, er kan niets meer bij.”
En er kon ook niets meer bij en het kon ook niet anders dan dat het hoofd van dit elfjarige meisje ‘vol’ was. Een beschadigd meisje, dat mee moest draaien in het systeem van onderwijs zoals wij met elkaar hadden ‘bedacht’. Maar dat was niet wat zij op dit moment zo nodig had. Zij had behoefte aan aandacht, een luisterend oor en af en toe ‘een spiegel’.
Deze momenten binnen haar groep waren te spaarzaam en waren door de toehoorders van zo’n 26 klasgenootjes niet voldoende om deze behoefte te vervullen. De leerkracht nam haar dikwijls even alleen maar het was nooit genoeg. Het afdwingen van ‘het gehoord en gezien’ willen worden nam een steeds prominentere plaats in dat uitmondde in totaal onbegrensd gedrag.
Niet alleen verbaal maar ook fysiek, naar zichzelf, naar spullen en naar andere leerlingen.
Even rust
Ze genoot van de gesprekken die daarop volgden en de aandacht die ze kreeg maar tot leren kwam ze niet meer. Ze gaapte veel. Was het van vermoeidheid of van spanning? En dan de afweging die wij moesten maken. Gaan we haar schorsen? Hoe gaan we de laatste weken van dit schooljaar vormgeven.
We hadden ook het antwoord niet op de vele vragen die er gesteld werden. Door haar, door collega’s, door hulpverleners en daar haar ouders.
Het enig wat we wel wisten, was dat het zo niet ging. Het was een keuze uit ‘twee slechten’ namelijk voor de groep of voor haar.
Na zo’n dag of twee op ons kantoor te hebben ‘gewerkt’, werd duidelijk dat ze enorme behoefte aan ‘rust’ had. Even geen anderen om haar heen, weinig geluid en de mogelijkheid om af en toe wat langer met elkaar in gesprek te gaan. Ze gaapte minder en haar ogen stonden niet zo wild meer. We realiseerden ons terdege dat dit geen oplossing was, niet eens een tijdelijke noodoplossing. Ondanks alle hulpverlening binnen het gezin, voogd en psycholoog, stonden we met ons rug tegen de muur.
Af en toe deed ze met haar groep mee, speelde ze buiten met de kleuters of was ze onze assistente, zoals ze het zelf noemde.
Geen onderwijs
“Jullie zijn er om onderwijs te geven en dit is niet de bedoeling van een basisschool.” “Jullie zitten teveel op de zorgkant.” En natuurlijk hadden ze gelijk, maar we konden het niet over ons hart verkrijgen om ‘de andere keus’ te maken, namelijk over te gaan tot schorsen en dit meisje thuis te laten zitten, buiten ons gezichtsveld. Want dat was wat er zou gebeuren als ze weer de groep in ging, te veel prikkels, teveel frustratie, teveel conflicten en tenslotte te onbegrensd gedrag. Fysiek en verbaal geweld en van te voren niet te voorspellen.
Het informeren naar mogelijkheden ging door, alle lijntjes werden uitgezet en onderzocht. Geen diagnose levert dan natuurlijk ook weer beperkingen op.
Weer die vraag
En de vraag die eerder werd gesteld, kwam nu ze wat rustiger was ook weer naar de oppervlakte.
“Wat zou jij eigenlijk willen?”
En nu kwamen de antwoorden wel.
“Ik wil gewoon ook eens opgehaald worden van school of ouders die met me praten.”
“Ik wil niet altijd ruzie en me overal zorgen over maken.”
“Ik wil ook gewoon zijn en niet meer boos worden.”
“Ik wil weer kunnen leren en met andere kinderen samen kunnen werken.”
“Maar ik kan het niet en ik heb daar heel veel hulp bij nodig.” “Hulp om een leeg hoofd te krijgen en te leren om met mijn boosheid om te gaan.”
“Ik wil meer dan een uurtje praten in de week.”
“Jullie zijn zo lief voor me, misschien wel te lief.”
“Ik wil gewoon gewoon zijn net als alle andere kinderen.”
De woorden die dit meisje uitsprak sneden door je ziel. Gewoon omdat je wist dat het waar en het eigenlijk helemaal niet te veel gevraagd was.
Loslaten en vertrouwen
Er zou veel moeten veranderen en er was intensieve begeleiding nodig. Begeleiding die wij haar niet konden geven, ook wilden we het nog zo graag.
En dan moet je de mogelijkheid pakken voor een kleinere groep, professionele begeleiding met eventueel de mogelijkheid voor een observatieplaats. Loslaten is het moeilijkste wat er is en erkennen dat je het niet aan kunt. De klassen te groot, de deskundigheid te klein, de invloed op de thuissituatie te minimaal en de falende hulpverlening te destructief.
Maar nu eerst vakantie, geen stabiliteit en geen ‘vinger aan de pols’. Ik weet het wel, het is ook onze taak niet. Maar wat is dat vreselijk moeilijk, vertrouwen te hebben als je al zo ontzettend veel mis heb zien gaan.
Voor de komende tijd is tot rust komen belangrijk.
Het tot 10 tellen om niet te voorbarig te reageren op een kinderactie is even niet nodig.
Vrolijke vakantiegroet,