Even was het stil om het daarna nog harder te doen klinken. Ik loop naar de deuropening van mijn kantoor en kijk de hal in. Het geschreeuw en geluid komt van verder en dus loop ik de gang in en kijk om het hoekje, daar waar de kapstokken zijn. Ik zie Vivian, de leerkracht, pogingen doen om Mitchel mee het lokaal in te krijgen. Mitchel op zijn beurt is geenszins van plan om zijn verzet te staken. Hij huilt onbedaarlijk, schreeuwt dat hij naar mama wil en schopt met zijn voeten als juf hem bij zijn hand pakt om hem mee de klas in de nemen. Hij is werkelijk niet te stoppen en de tijd verstrijkt zonder resultaat. Een tafereel dat zich dikwijls herhaald heeft de afgelopen tijd, al enkele weken. Ik besluit dat ik het even over moet nemen. Er zitten immers zo’n 30 kleuters op haar te wachten in de klas. Even kijk ik haar aan en de blik die we wisselen bevestigt mijn gevoel. Ze doet nog een laatste poging: ”Mitchel, het wordt nu tijd om naar binnen te gaan. Iedereen zit te wachten en we gaan beginnen.”
Geen reactie, tenminste niet de reactie die ze graag wil.
Ik loop nog even naar de deur van deze dependance en draai die op slot. Ik wil hem namelijk niet vasthouden en weet dat hij anders naar buiten rent. Hij ziet dat ik aan de knop draai en stopt even met huilen om aandachtig te kijken.
“We willen natuurlijk niet dat er peuters naar buiten gaan met dit slechte weer. Ik zie het anders omdat mijn kantoor daar ook is, maar nu ik jou gezelschap houd, kan ik er niet op tijd bij zijn.” Meteen begint hij weer met huilen en schreeuwen. Ik probeer wat troostende woorden, zeg dat het ook best ingewikkeld en dat ik vanmorgen ook geen zin had om te werken.
“Er is een tijd van komen en gaan.” zei mijn moeder altijd. Ik was zeker niet in de veronderstelling dat hij ook maar iets met die woorden zou kunnen, maar het gaf mij wat bedenktijd omdat ik ook niet wist wat ik met de situatie moest. Hij blijft schreeuwen dat ik zijn moeder moet bellen. Wat geïrriteerd zeg ik dan: “Klaar nu, het is mooi geweest. Tijd om te stoppen met schreeuwen en nu samen even te praten. We gaan niet bellen, we gaan niet naar huis en misschien moeten we maar gewoon even weg hier. Tijd om even lekker op mijn kantoor een spelletje te doen of wat te tekenen totdat jij zegt dat het tijd is om terug te gaan naar de klas.”
Hij stribbelt wat tegen, maar besluit dan toch met me mee te lopen. Een hand geven wil hij niet en boos gaat hij op de stoel aan tafel in mijn kantoor zitten. Ik leg tekenvellen en potloden neer. “Doe je er heel zuinig op, het is een nieuw pak en ik moet er nog een tijdje mee doen.” Blijkbaar triggert dat hem. Hij pakt de doos en een zwart potlood uit de verpakking Hij begint met krassen op het vel. De gebalde vuisten houden het potlood goed vast en ik zie hem af en toe op kijken om te zien of ik reageer. Ik besluit een tijdje niets te zeggen, maar merk dat de behoefte er wel is. Ik draai mij stoel en kijk hem aan. Als het voor jou goed voelt om te praten, als jij dat wil dan hoor ik het van je. Ik ga nu door met mijn werk, want dit moet wel op tijd klaar zijn.”
In mijn ooghoeken kijk ik af en toe naar hem. Hij is bezig om een potlood met een nog scherpe punt te slijpen. Het potlood weer weg te leggen en een ander potlood te pakken. Een paar krassen, potloden in uit de verpakking, wat slijpen en vervolgens weer hetzelfde ritueel. De ontspanning is zichtbaar als hij vervolgens wat gaat tekenen. Ik besluit na een minuut of tien dat ik naast hem ga zitten en zijn handelingen overneem. Samen tekenen we en ons gesprek komt langzaam op gang. Hij vertelt, ik vraag en ik vertel en hij stelt vragen. Over zijn gevoel, zijn boosheid, zijn ouders, zijn lievelingsspeelgoed en zijn oudere broers en zusje. We vergeten samen de tijd.
Er is geen ‘deadline’, geen klok, geen rooster en geen geplande activiteit. Er is alleen maar tijd voor elkaar. Wat een bevoorrecht mens ben ik dat ik die keuze kan maken en dit kan doen. Wat zou ik dit een leerkracht vaker gunnen, echt tijd maken voor deze leerling en voor de ander. Niet hoeven kiezen tussen de groep en het individu. Tussen de vrijheid en het rooster of de methode, maar kunnen doen wat goed is en voelt op dat moment.
“Zullen we weer naar de groep gaan?” vraag ik na verloop van tijd.
“Nee, ik wil nog even hier blijven. Tot het echt tijd is.”
Tijd voor wat? Om naar buiten te gaan, naar huis te gaan, tot juf hem komt halen om dat het nu wel tijd wordt om………?
Daar waar het al heel vroeg begint. Het leven op tijd en op deadlines.
Vanochtend dus maar even op zijn tijd, zijn ritme.
Karin Scholte (Donkers) schoolleider, leraar, moeder, oma, dochter, partner en nog veel meer.
De schrijfopdracht van Week 3 (7-8 – 14-8))
Tijd is iets vreemds. Hoe leuker en gezelliger het ergens is, hoe sneller de tijd gaat. Beschrijf een moment waarbij je het gevoel van tijd verloor en genoot van wat er was. Dit kan tijdens een vakantie zijn of vrije tijd of op een andere manier. Beschrijf het zo gedetailleerd mogelijk.
En ik maar denken dat het vakantietijd is.
Tijd om alleen maar leuke dingen te doen met je familie en/of partner.
En ik maar denken dat het vakantietijd is.
Tijd om los te komen van al het werk van het afgelopen schooljaar.
Ik vind dat het tijd is om jou vooral veel ontspanning te wensen.
Tijd voor jou om heel veel nieuwe energie op te doen voor een nieuw schooljaar.
Zomerse groet,
Dank je Rob. Ook voor jou! Schrijven is voor mij gelukkig ook ontspanning!
Mooie zomer.
Tranen in mijn ogen.
Wat maakt nou toch dat de politiek alle tijd lijkt te hebben weg bezuinigd voor dit type kwetsbare jonkies.
En wat fijn dat jij zo’n moment van tijd wel weet te creëren.
Succes, sterkte, liefde,
Dico