Het is teveel, ik kom soms niet aan onderwijs geven toe

“En, ze liep over zeker?”
Zo kwam Miek mijn kantoor binnen tussen de middag. Zo’n uur geleden was Jelte naar mij toe gekomen met het verzoek of ze bij mij mocht werken. Even daarvoor had ik Miek, haar leerkracht, gesproken en ze vertelde me dat Jelte haar aandacht niet bij haar werk kon houden. Wat ze ook geprobeerd had, het meisje dwaalde steeds af met haar gedachten en keek wat glazig om haar heen. Als ze daar op aangesproken werd of gesommeerd werd door te werken, reageerde ze boos en soms ronduit brutaal.
Ze waren natuurlijk even samen gaan zitten en hadden met elkaar besproken hoe dit kwam. Het was alsof het meisje ‘overliep’. De woorden ‘rolden’ uit haar mond. Soms rustig, dan weer heel emotioneel of boos. Straattaal werd afgewisseld met hele ‘wijze’ woorden. Dat was overigens niet zo gek als je bedacht wat er de afgelopen maanden allemaal gebeurd was in het gezin waar dit 10 jarige meisje opgroeide. Een vechtscheiding, een uithuisplaatsing, agressie, wanhoop en verdriet. Ze was de jongste van de vier kinderen en moest een ‘weggetje’ zien te vinden in deze uiterst gespannen en soms zeer agressieve thuissituatie.

Neus op de feiten
En inderdaad Jelte ‘liep over’ en duidelijk was dat een gesprekje van 10 minuten niet voldoende was. Wat was het fijn dat ze in samenspraak met haar leerkracht ook de weg naar ons wist te vinden. Samen met mijn adjunct directeur fungeerden we met name voor de bovenbouwleerlingen vaak als gesprekspartner of als mediator bij conflicten of meidenverdriet. Tegelijkertijd werden we samen met de leerkrachten ook met ons neus op de feiten gedrukt. Wat hadden we veel leerlingen met een onstabiele thuissituatie en wat waren deze gesprekken met leerlingen belangrijk. Maar naast Jelte zat er in diezelfde klas ook nog Robbie een jongen die niet bij zijn biologische moeder woonde, Simon met ADHD en het af en toe nodig had om even helemaal alleen te zijn, Mieke die het ingewikkeld vond om sociale contacten aan te gaan, Kelvin met faalangst en dyscalculie dus veel begeleiding nodig had, Danny de zoon van een oorlogsveteraan en Sara een minderbegaafd meisje dat aan eigen opdrachten werkte, maar eigenlijk gewoon lekker ‘dingen’ moest doen.
Een geweldige groep leerlingen die doordat ze al jaren bij elkaar in de klas zaten een grote betrokkenheid en loyaliteit hadden naar elkaar. Maar dezelfde groep had dagelijks maar een leerkracht en af en toe was er dan die wanhoop.
“Karin, ik kom aan onderwijs geven niet meer toe.”
“Er gaat zoveel tijd op aan gesprekken en aan mijn luisterend oor.”
“Ik weet soms niet meer hoe ik het moet doen.”

Factor tijd
We dachten samen even terug aan de momenten dat we tegen elkaar hadden gezegd dat we moesten oppassen dat we geen psychologen waren en dat we de thuissituaties niet konden veranderen. Maar de hoofden van deze kinderen zaten zo vol van met alles wat ze meemaakten en waar ze tegenop liepen, dat konden we toch niet negeren? Deze kinderen waren soms zo moeilijk te motiveren, konden zich zo slecht concentreren en hadden vaak zo’n slecht zelfbeeld. Dus moest je er wel aandacht aan besteden. En liep je dagelijks tegen de factor tijd op. Geen tijd voor lange gesprekken, keuzes moeten moeten maken en de afweging waar wel en waar geen aandacht aan te besteden. Het gevoel altijd wel iemand te kort te doen.

Extra handen
Is dat niet waar we het over hebben, als we praten over extra handen in de klas, bij de invoering van Passend Onderwijs?
Hebben we het dan eigenlijk niet over de de zoektocht en mogelijkheden naar extra tijd en aandacht?
Wat zou het mooi zijn als we een ‘achtervang’ zouden hebben, die de les over zou kunnen nemen en het voor de leerkracht mogelijk maakte om werkelijk ‘de tijd’ te kunnen nemen voor kinderen die het zo ontzettend nodig hebben.
Om tegemoet te kunnen komen aan alle verschillen tussen kinderen.
Om de begeleiding te kunnen geven aan leerlingen die dat nodig hebben?
Om uitdaging te kunnen bieden aan kinderen die meer aan kunnen dan het reguliere aanbod?
Om leerlingen die veiligheid en aandacht te kunnen bieden die ze zo hard nodig hebben om tot leren en ontwikkelen te komen?

“Bedoelen we dat niet als we het hebben over ‘extra handen’ in de klas?”

Karin Donkers
Schoolleider op een school
voor OntwikkelingsGericht Onderwijs
Edublogger / HetKind bloggers
Twitter @kardonsch

3 reacties op “Het is teveel, ik kom soms niet aan onderwijs geven toe

  1. Heel goed artikel. Extra handen zijn idd hard nodig, dat merk ik ook in gesprekken met de leerkracht van mijn dochter. Maar komt er nu ook geld voor extra handen? Komen er bbl plekken om klassenassistenten op te leiden?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.