Ik mis ‘het’ en hem, maar ik realiseer me ook dat ik niet in een positie zit om hierover te mopperen. Ik mis het immers al jaren, de nabijheid van een vaste partner. Ik heb kunnen oefenen, oefenen in het alleen zijn. Als mensen me vragen hoe dat is en hoe dat voelt is mijn antwoord eigenlijk altijd: ”Ik ben blij dat ik mezelf zo’n goed gezelschap vind.”
Ik meen dat, ik kan het goed hebben met mezelf en ben nog steeds gelukkig in het huis waar het sterfbed van mijn echtgenoot heeft gestaan. Geen nare herinneringen en alleen maar liefde als ik terugdenk aan die tijd.
Die voorsprong heb ik dus, ik vind mezelf prettig gezelschap en heb een fijn huis. Ik heb twee geweldige volwassen kinderen met aanhang, een kleindochter, een lieve moeder, goede vriendinnen, werk nu dagelijks thuis, heb een fijn team met geweldige leerlingen en betrokken ouders.
Ik denk dat ik het ook best goed met anderen kan vinden maar misschien komt dat wel omdat ik de vrijheid heb om te gaan en te staan waar ik wil en wanneer ik wil. Ook nu, tijdens deze crisis. Ik voel me er zelfs in deze tijd wat schuldig en ongemakkelijk over.
Boodschappen maar alleen, een blokje om maar in de buurt en anderhalve meter geen probleem. Dat is niet overal zo makkelijk te regelen.
Maar ik mis het wel.
De knuffel, de troost, de zoen en de arm om me heen. Zeker als ook in mijn omgeving het eerste slachtoffer ten gevolge van het Corona Virus is gevallen. Er dan niet kunnen zijn voor je zoon en zijn vriendin, ze niet kunnen vasthouden en elkaar niet kunnen troosten. De rapporten van de IC en vervolgens het overlijden via What’s app te lezen krijgen, hakt er in. Maar voor hen, wat een verdriet en wat ingewikkeld in deze tijd.
Maar ik mis het wel.
Mijn 86 jarige moeder waar ik wekelijks heenging niet meer zien. Niet even omhelzen en stiekem aan haar armen voelen of ze niet te erg is afgevallen. Haar in de ogen kijken en de zorg en verdriet zien. Gewoon een luisterend oor en een verslaggeving van mijn dagen, geven haar ook het idee dat ze erbij is. We bellen nu dagelijks en hebben tot mijn verbazing mooie intieme gesprekken over dagelijkse dingetjes maar ook over ‘leven en dood’.
Maar ik mis het wel.
Mijn beste vriendin die in quarantaine zit omdat ze een hartprobleem heeft en maar een nier die steeds slechter aan het worden is. Niet samen ellenlange fietstochten kunnen maken door de natuur en op het strand de week van me af kunnen schudden. ‘Sundownen’ met een patatje en een blikje op een kartonnen traytje van de bierblikjes. De zon in de zee zien zakken en dan op de kruising elkaar gedag zeggen om mijn laatste 3 kilometers door de polder mijn weg naar huis te vervolgen.
Maar ik mis het wel.
Mijn kleine Mae en mijn volwassen kinderen. We hebben elkaar ook zo nodig en proberen dit met veel bellen, appen en ZOOM-familieoverleg te compenseren. Maar ik wil ze ruiken, voelen en vasthouden. Met Mae spelen, gekke bekkentrekken, stoute dingen doen en wandelen. Heel veel wandelen en buiten zijn. Zien dat het goed met ze gaat en ongevraagd raad geven. Mijn kinderen!
Maar ik mis het wel.
Het nergens rekening mee moeten houden. Het kunnen gaan en staan, wegen zeker niet op tegen de liefde van een partner, goede seks en een fikse ruzie op z’n tijd. Maar ook de vanzelfsprekendheid dat er iemand thuis op je wacht en van je houdt. Dat dus!
Ik mis het, hem, haar jullie en ons.Maar ik ben ook wel ontzettend trots op hoe zij ‘het’ doen, onze helden.
En ook hoe zij ‘het’ doen, al die mensen, ouderen die het nu alleen moeten redden. Zij die verlies en verdriet alleen moeten ervaren en verwerken.
Trots op mijn kinderen, mijn vrienden, mijn kennissen, mijn team, mijn leerlingen en hun ouders. Zij weten de dag te pakken en in te vullen samen met (soms te veel) anderen of alleen.
Ik ben gewoon trots op ons en ook best een beetje op mijzelf.
We gaan het inhalen, goed maken, weer voelen.
Maar eerst ‘hier’ doorheen. Voor ons allemaal!
Karin Donkers
Moeder, zus, dochter, oma, vriendin, schoolleider
Mooi geschreven, Karin.