Ik blog dus ik besta! “Het is wat het is, zo is het en niet anders.”

Een ochtend zonder school. Ik had het me voorgenomen maar was natuurlijk gewoon vroeg wakker. Dat kwam goed uit want ik zou boodschappen doen voor mijn moeder en voor een ander familielid. De afgelopen weken was ik niet verder geweest dan even snel op de fiets naar de buurtsuper. Ik was streng voor mezelf en streng voor de anderen. Eigenlijk wilde ik niemand zien en dat was niet voor niets. Van heel dichtbij, nou ja via de What’s app volgde ik het ic-dagboek van een Corona slachtoffer, de vader van de vriendin van mijn zoon. Ik kan je vertellen dat is echt confronterende en ongelofelijk ingewikkeld om alleen maar op veilige afstand mee te leven. Daar waar je je kinderen wil troosten is nu alleen plaats voor een telefoongesprek of berichtje. En toch wist ik dat ik vandaag naar de XL zou gaan omdat de naar mij gestuurde foto’s van boodschappenlijstjes met de daarop staande artikelen echt alleen bij onze eigen Appie Heijn gehaald konden worden. Oké, we gaan het doen!

Kwart voor acht stap ik in mijn auto gewapend met drie tassen die volgens mij precies naast elkaar in het wagentje pasten. Voor elke ‘besteller èèn’.Daar was over nagedacht Een flesje desinfecterende handgel vind ik in mijn handschoenenkastje, van mijn auto, waar ik mijn nieuwe groene kaart instop. Ik voel me heel goed voorbereid maar vind het eigenlijk ook wel spannend. Vooral de drukte staat me tegen. Is dit een goede keus, een goed tijdstip?

Om acht uur sta ik op een bijna lege parkeerplaats. Heel goed Karin. Dat heb je goed ingeschat. Iedereen doet natuurlijk gewoon lekker rustig aan. Zou jij ook eens moeten doen! Naarstig zoekend naar een muntje loop ik de hal van het winkelcentrum binnen. Oh jee, rode linten en een ‘verkeersregelaar’, een verplichte looproute en mensen die met doekjes winkelwagentje aan het reinigen zijn. Bij de automatische poortjes een meneer die mensen telt. Ik mag door, ik mag naar binnen. Het voelt als een overwinning als ik de grote vrijwel uitgestorven winkel inloop. Het gaat goed, ja dit gaat goed. Geconcentreerd werk ik mijn lijstjes af en maak ik elke keer de keus om dit in een van mijn drie tassen te ‘gooien’.

Maar dan het alarm. Geschrokken kijk ik om me heen. Een luchtalarm, nee natuurlijk niet, een brandalarm. OMG heb ik weer. De stem in de microfoon vertelt, met rustige maar toch dwingende stem, dat we zo snel mogelijk via de nooduitgangen naar buiten moeten. Geen idee waar dat is. Maar de kassa die weet ik dan weer wel. Koel om me heen kijkend, maar resoluut, loop ik naar de uitgang, de anderhalve meter natuurlijk in ogenschouw nemende. Ik merk dat ik wat opgefokt raak maar realiseer me dat niet iedereen zo snel en wendbaar is als ik. Geintje! Buiten gekomen plaats ik een foto op Twitter. Ik ben nu ook al een ramptoerist en een Twitter addict. Mooi, zo’n minuut of vijf later, komt de mededeling loos alarm. Weer net zo schijnbaar koel als ik naar buiten ging, loop ik weer naar binnen en vervolg ik mijn strooptocht om alle boodschappen te scoren.

Klaar en nu afgeven die handel. Eigenlijk het moeilijkste van die dag, bedenk ik als ik in mijn auto stap. Met mijn eigen sleutel open ik de deur en stap naar binnen met de eerste volle boodschappentas inclusief doosje luxe bonbons. Jawel de boodschappen van mijn 85-jarige mams. Ik heb haar nu twee weken niet gezien, wel gesproken maar vind het te link om haar, deze lieve moedige en fragiele dame, te bezoeken. Heel resoluut heb ik dat haar medegedeeld en ze begrijpt dit. Ik moest haar beloven te bellen en wel regelmatig.

Ze was opgestaan en liep naar me toe. “Laat daar maar staan hoor, ik ruim het wel op. Dank je wel lieverd.” We kijken elkaar aan en zien dat we allebei tranen in onze ogen hebben. “Ik wil je kussen maar doe het niet. Hoe gaat het met je.” Terwijl ik dit vraag, doe ik een stap achteruit.“Gek hè, stil hè, heftig hè. Ook wel eenzaam. Wat een moeilijke periode, maar we gaan die doorkomen.” Mams sterke houding en troostende woorden doen me goed maar ok weer niet. “Kak zooi en dat is het.”

Nog heel even wisselen we, met tranen in de ogen, wat informatie uit. Hoe het met de kinderen is en op school. Hoe we de dag doorkomen en af we erg angstig zijn. We geven elkaar een kushand en dan is het tijd om te gaan. Nog even kijk ik om en zie haar staan. Mijn moeder, wat mis ik nu haar omhelzing, haar pakkerd, haar vragen en gezelschap. In de auto biggelen de tranen over mijn wangen.“Niet aan je gezicht, niet aan je ogen komen.” bitch ik mezelf toe.

“Het is wat het is en zo is het en niet anders.”
Mijn voet lijkt wat harder naar beneden te drukken en ik realiseer me dat ik de maximumsnelheid dik overschrijd. Klaar nu! Doe ff normaal, Donkers.

Karin Donkers
Dochter, moeder, vriendin, schoolleider, leraar

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.