Herbert is een jongetje dat zijn nieuwe vriendje Ivo allerlei fantastische verhalen vertelt over het huis waarin hij woont. Als Ivo mee wil, om dat huis te zien, loopt Herbert snel naar zijn moeder om haar alles op te biechten. Herbert probeert het weer goed te maken door Ivo uit te nodigen om te komen logeren. Hij heeft wilde beesten als huisdier en een slotgracht om zijn huis. In de kamer staan geen stoelen maar zitten doen ze bij Herbert in de klimboom en ze slingeren aan lianen van de een naar de ander kamer. Een boek waarbij het uiteindelijk natuurlijk draait om ‘de waarheid’ en de vriendschap zonder overdrijven en ‘dik doen’ omdat je gewoon ‘goed’ bent zoals je bent.
Herinneringen duiken op als ik dit boek voorlees aan de kleuters in mijn groep. We gaan helemaal ‘los’ met fantaseren over ons huis. Niet hoe het is maar hoe het zou kunnen zijn. Sterke verhalen worden verteld, stoere beroepen verzonnen en de meest fantastische huisdieren schaffen we aan. We rijden in sportauto’s, hebben het meest geavanceerde speelgoed en zwemmen in eigen zwembaden. Kastelen zijn ‘hot’ bij zowel de meisjes als de jongens. Maar ook ‘beroepen’ als cowboy of indiaan zijn favoriet. Onze fantasie kent geen grenzen en dagen later tekenen de kleuters nog over ‘Herberts huis’. In de bouwhoeken worden kastelen gebouwd met kantelen en ophaalbruggen en naast de slotgracht komt er op de binnenplaats een heus zwembad. Een heerlijk boek dat in vele groepen werd voorgelezen en waar een flink aantal fantasieën aan ontleend zijn.
Ik denk aan mijn eigen jeugd en aan de vriendjes en vriendinnetjes die me het meest zijn bijgebleven. Het zijn waarschijnlijk aangedikte herinneringen maar wel hele fijne. Allemaal met één gemene deler namelijk dat ze allemaal iets heel bijzonders hadden of waren. De herinneringen komen terug als ik denk aan het boek ‘Je zou Herberts huis eens moeten zien’. En nu zeker 45 jaar later zie ik ze meteen weer voor me. Met naam en uiterlijk maar nog belangrijker met de herinneringen die zo ‘gekleurd’ zijn , dat ik eigenlijk niet eens wil weten of ze ook echt zijn. Het lijken meer dagdromen. Net als bij Herbert.
Amarantha heette ze. Ze had lang blond haar en een eigen pony. Een eigen pony dat kun je je toch niet voorstellen. Een pony en een gansje dat uit het ei gekomen was en haar als eerste had gezien. Het gansje dacht dat zij de moeder was en dus liep het gansje haar achterna waar ze ook ging. Haar vader was piloot en had de verantwoordelijkheid over zeker 100 vakantiegangers. Dat was pas een belangrijke baan. Amarantha vertelde dikwijls spannende verhalen over zijn landingen in noodweer met goede afloop. Hij nam altijd cadeautjes mee waar wij ook mee mochten spelen. Wat was het fijn om een vriendinnetje te hebben met zoveel voordelen. En zij was niet de enige.
Dan had je ook nog Madeleine . Haar vader had één hand of eigenlijk twee maar de tweede was niet echt. Een leren handschoen met ijzerwerk erin. Haar vader had zijn hand ‘verloren’ en droeg nu een ‘nephand’. En hoewel ik er soms tegenop zag om hem een hand te geven vond ik het toch heel interessant dat ik een vriendinnetje had met een vader met één hand. Ik weet tot op de dag van vandaag niet hoe hij zijn hand kwijt was geraakt, ik zal het nooit hebben gevraagd. Alsof dat nog niet genoeg was. Madeleine was enigs kind en had in haar tuin een eigen huis. Een houten blokhut met rode gordijntjes en een echt porseleinen theeserviesje. We speelden daarin en vertelden elkaar geheimpjes. Madeleine was ook eigenlijk meer jongen dan meisje en ze probeerde met te leren klimmen in bomen en hutten bouwen.
Danny woonde in een kindertehuis ‘Denneoord’. Hij kwam vaak bij ons thuis en deed hele stoere dingen. We stookten vuurtje op het parkeerterrein achter de garageboxen met onze geheime club. Je mocht alleen mee doen als je er met niemand over sprak. De reden van zijn verblijf aldaar kende ik niet, alleen dat hij niet thuis mocht wonen. Het maakte Danny heel ‘aantrekkelijk’ als vriendje. Danny kwam plotseling niet meer en mijn moeder wist alleen te vertellen dat bij navraag ze te horen had gekregen dat hij huisarrest had en niet meer ‘buiten’ de instelling mocht. We hebben hem nooit meer gezien.
Een prentenboek dat je niet alleen samen met de kinderen meeneemt in de fantasiewereld waar alles kan, je alles hebt en overdrijven mag, maar ook een boek dat me weer even terugbrengt naar mijn eigen kindertijd. Gekleurde herinneringen maar dat is helemaal niet belangrijk. Het zijn mijn herinneringen.
Mijn vader die was circusdirecteur en ach weet je, je zou mijn huis eens moeten zien!
Karin Donkers Edublogger / Bloggerscollectief
Opdracht “Schrijf een blog over je favoriete kinderboek” HetKind Bloggerscollectief