Hij keek me aan en zag dat hij ‘fout’ zat. Een blik van ‘dat heb ik weer’ straalde vanaf zijn brutale koppie. Wat was het toch met deze jongen? Hij die zo makkelijk kon leren maar zichzelf zo in de weg zat. Door zijn beweeglijke gedrag en door zijn ongeïnteresseerde houding had menig leraar zich al stukgebeten op hem. En ook ik merkte dat als ik een mindere dag had, hij sneller als anders me irriteerde.. En toch was er iets wat maakte dat ik hem intrigerend vond. Hij zorgde er immers altijd voor dat je heel goed bij jezelf te raden ging als je een vraag stelde of een opdracht uitlegde. Hij liet je zorgvuldig je woorden kiezen opdat je anders bijna zeker wist dat er een opmerking of wedervraag kwam. En een antwoord eiste hij, was het niet goedschiks dan wel kwaadschiks en veranderde zijn gedrag in een opstandige kleuter die zijn werk niet wilde maken of zei dat hij het niet snapte. Ongeïnteresseerd verstoorde hij dan je les, gaf hij kleine ‘prikjes’ of weigerde hij gewoon iets te doen.
Ik realiseerde me dat het ook alles te maken had met de manier van vertellen en antwoorden. Je kwam er niet door te zeggen omdat het hier staat of omdat het zo is, zo staat het in het boek, het is de beste strategie. Bert wilde altijd net iets weten dat er niet stond, aanvullende informatie hebben. Het bracht me uit mijn evenwicht. Deels omdat ik blijkbaar niet genoeg boven de stof stond maar eigenlijk nog meer omdat ik me realiseerde dat de instructie die ik gaf of het verhaal dat ik vertelde bij de èèn wezenlijk anders overkwam dan bij een ander. Waar het voor het ene kind voldoende was om de opdracht uitgelegd te krijgen, iets voor te doen of een verhaal te ‘consumeren’ en de vragen de maken, bleek Bert duidelijk behoefte te hebben aan anders, dieper en meer. Hij was alleen niet goed bij machte om dit verbaal duidelijk te maken. Op het gezicht hadden we dus te maken met een dwarse, maar intelligente jongen die het menig leraar ‘moeilijk’ maakt. Maar welk gedrag zit daar nu echt onder?
En daar gaat het dus soms echt ‘fout’. Niet uit onwil maar uit tijdgebrek, niet voldoende inzicht, te weinig kennis, te kort aan afstemming met ouders of gewoon te ongeduldig. Ik denk dat het ook niet zo gek is. Met gemiddeld zo’n 25 leerlingen in de groep. Allemaal uit een ander ‘nest’, opgevoed met een andere aanspreektoon of opvoedstijl, komen ze bij elkaar in een omgeving waar ze het moeten ‘doen’ in een schoolse setting met een directe instructie, een uitleg, een verhaal, een opdracht en een verwachting van ‘ons’ waar ze niet allemaal aan kunnen voldoen. Ik weet niet hoe dat bij jullie werkt maar als ik een opdracht krijg wel ik ook wel eerst weten; waarom, hoe, waartoe. Nou dat gold voor Bert ook. Eigenwijs, dwars, ambitieus, intelligent of misschien uitdagend en onaangepast? Wie zal het zeggen? Tegelijkertijd is er ons natuurlijk alles aangelegen om voor elk kind onderwijs te geven dat aansluit bij de manier waarop kinderen het beste tot ontwikkeling komen. Kennis tot zich kunnen nemen en vaardigheden leren die ze nodig hebben in hun leven, hun werk en bij sociale contacten
Het lijkt bijna een onmogelijke zaak als we beseffen hoeveel ouders tegenwoordig moeite hebben met de opvoeding van hun eigen kinderen. Hoeveel verschillende opvoeders er iets te zeggen hebben over of tegen kinderen; thuis, op school, de kinderopvang, oppas en oppasouders en grootouders. Wat kunnen we dan verwachten van een leraar die er alleen voor staat, alleen in een groep van 25 leerlingen allen met een eigen ‘handleiding’. Heel vaak gaat het prima maar er zijn talloze momenten te bedenken waarop je echt vastloopt, de tijd moet nemen om in gesprek te gaan, echt te observeren, om af te kunnen stemmen. En altijd het idee te hebben te moeten scoren, resultaten te moeten halen, de ‘verplichte’ leerstof aan te moeten bieden en bij alles wat je doet het gevoel te hebben nooit genoeg te hebben gedaan. Gek hoor dat leraren zoveel druk ervaren, werkdruk ervaren. Niet dus!
We werken met ‘levend’ materiaal, leerlingen, uw kinderen. Als we echt kinderen op een optimale male manier willen begeleiden en ze laten en leren leren, dan zullen we moeten zorgen dat de faciliteiten ook toereikend en eerlijk verdeeld zijn. Maatwerk leveren dus passend onderwijs betekent aandacht, aandacht voor wat je kinderen leert, hoe we kinderen iets leren en echt met ze kunnen oefenen. En dus tijd om uit te zoeken hoe we kinderen die vastlopen of een wat complexere handleiding hebben, daadwerkelijk zien en kunnen ondersteunen. Dit vraagt volgens mij niet alleen om kleinere groepen, meer ondersteuning op de werkvloer, kwalitatief goede leraren veel kennis maar ook serieuze afstemming met ouders. Het vraagt om een preventieve inzet, actie en financiering. Met kinderen heb je maar èèn kans om een goede herinnering aan hun schooltijd mee te geven die belangrijk is om leren als zinvol en prettig te laten ervaren. Voldoende bagage mee te geven. Ze moeten de komende jaren nog zo ontzettend veel leren en blijven leren, laten we dus echt in onderwijs investeren.
En dat is niet alleen financieel!!!
Karin Donker
Leraar, schoolleider, kwartiermaker basisonderwijs