Toen ik het stuk van Eva en Martin las in de Volkskrant van 27 november 2020, merkte ik dat ik veel herkende en dat ik ook steeds beter begon te begrijpen wat ze nu precies bedoelen met ‘De leraar centraal’. Het moet de leraar mogelijk gemaakt worden om zoveel mogelijk met lesgeven bezig te zijn en zich niet te hoeven verliezen in randverschijnselen. Ik kan niet anders dan het daar helemaal mee eens zijn. Meer tijd voor goed onderwijs kan niet anders dan dat dit ten goede zal komen aan de leerlingen.
Lesgeven is een serieus vak en als je dat goed wilt doen en je jezelf constant wil verbeteren, dan is er echt geen tijd te verliezen. Dus zorg dat alle tijd die er voor lesgeven is, daar ook aan kan worden besteed. Ik denk dat niemand het daarmee oneens kan zijn. Niet vergaderen om het vergaderen, zo min mogelijk bezig zijn met feestcommissie activiteiten en je goed voor ogen houden dat we met onderwijs te maken en dat zorg en opvoeding een andere tak van sport zijn. Hoewel we dit natuurlijk nooit helemaal los kunnen zien van elkaar.
Een gedeelde visie binnen een school is wat mij betreft essentieel om goed kwalitatief onderwijs te verzorgen. We zijn èèn school dus een optimale afstemming qua schoolafspraken over didactisch en pedagogisch handelen lijken me essentieel. Iets wat mij betreft als team, als school, altijd de volle aandacht verdient en ‘voorgeleefd en doorleefd’ wordt als de visie duidelijk is. De dialoog hierover blijft wat mij betreft uitermate belangrijk, veel belangrijker dan de vastlegging in protocollen of zoals in het artikel staat beschreven, in kwaliteitskaarten. Ook wij kennen op onze school een aantal kwaliteitskaarten zoals een pedagogisch manifest, onderwijs op afstand, een leesplan of hoe we omgaan met instructies aan onze leerlingen. Leraren kijken bij elkaar, overleggen en stemmen met elkaar af hoe afspraken binnen de klas zijn. Een mooie begin van elk schooljaar waar leerlingen ook aangeven en we met elkaar vaststellen hoe we een goede groep zijn en wat we nodig hebben om rustig en geconcentreerd te kunnen werken en leren.
Maar toen ik het artikel verder las, kreeg ik het toch wat benauwd omdat het wat mij betreft voorbij gaat aan het feit dat leraren ook mensen zijn met een eigen persoonlijkheid en voorkeuren. Is het niet zo dat we hen juist meer autonomie willen geven? Is daar ruimte voor of is alles gestandaardiseerd? Leraren hebben toch ook een eigen stijl van lesgeven? Een kwaliteitskaart over een scheiding of oudergesprek? Maar wow dat zijn er echt veel, wel 70 stuks. Het lijkt wel of we leraren programmeren om alles hetzelfde te doen of aan te pakken. Ik vind dit echt een heel ingewikkeld punt. Als je het nu over standaardiseren heb, dan is dat met 70 kwaliteitskaarten toch inderdaad uniform ‘To the Max’. Daar gaat wat mij betreft ‘het’ echt te ver, maar blijkbaar werkt het voor hen. Voor hun team, hun leerlingen, hun school. Maar is dit inderdaad de leraar en zijn/haar eigenheid centraal zetten?
Leraren zijn niet allemaal hetzelfde en leerlingen ook niet, het zijn mensen met hun eigen expertise, voorkeuren en persoonlijkheid. Laten we dat niet ontkennen door alles zo te standaardiseren en nu allemaal kwaliteitskaarten te gaan maken. Ik denk oprecht dat je dan onderwijsprofessionals maar ook leerlingen te kort doet. En zo blijkt het maar weer hoe goed het is om keuzevrijheid te hebben. De vrijheid om te kiezen hoe je het op je school organiseert, de school waar je wilt werken en waar je je kinderen heen laat gaan. Maar niet de vrijheid, nee zelfs de verplichting, om kwaliteit te leveren. Of je dat nou wel of niet met 70 kaarten doet, zolang je dit maar met visie samen met je team doet.
Karin Donkers, leraar en schoolleider
Ha Karin, ben ik het eindelijk eens een keer met je oneens 😉
Groeten,
Han
Dat mag gelukkig toch.