Ooit ‘liep ik ook in die schoenen’. Maar rouw kent geen passende ‘schoen’!

IMG_1589-0.JPG

Zonnig maar ook weer bewolkt. En dat kwam niet door de weersomstandigheden maar door de manier waarop ik de parkeerplaats van Begraafplaats Westerveld opreed. Genietend van de zon en denkend aan de tijd van toen.
Ik realiseerde me dat ik ondanks dat ik vanmorgen nog niet wist dat ik nu hier was, passende kleding aan had. Een zwart jurkje met een print, zwarte laarzen en een zwarte trenchcoat.
Ik parkeerde mijn auto helemaal achteraan op de parkeerplaats en betrapte mezelf erop, dat ik voor ik uitstapte nog even mijn mobiele telefoon checkte. Het irriteerde me, zo van lekker belangrijk.
Ik liep naar de ingang waar het een drukte van jewelste was. Het meisje in de bloemenkiosk zat te lezen in een snelhechter. “Grappig” , bedacht ik. Aan het studeren en als bijbaantje verkoopster in de kiosk op een begraafplaats. Ik kocht twee plantjes, het waren ‘Vergeet me nietjes’ en de enige plantjes met wortel die er op deze zaterdagmiddag nog te krijgen waren.
Even bedacht ik dat er zelfs nagedacht was bij de inkoop van het soort plantjes bij de kiosk. ‘Vergeet me nietjes’. Het feit dat je die kocht op een begraafplaats maakte dit wel erg ‘over de top’.

Er klonken luide stemmen en gelach. Een combinatie die niet paste. De veelal zwart uitgedoste mensen die samen te luid spraken en te hard lachten. Het stoorde mij niet, maar ik zag aan de gezichten van de voorbijgangers dat dit niet bij iedereen het geval was. Ik liep lang de aula en het crematorium, naar het urnentuin. De urnen leken op grote keramieken gezwellen die boven de grond uitkwamen, zich een weg naar ‘buiten’ baanden. Ik herinnerde me de eerste keer dat ik hier met de kinderen in een ‘golfkarretje’ rond reden op zoek naar een plek voor hun vader. Vol ontsteltenis hadden we er samen naar gekeken. Dat zou toch niet zijn laatste ‘rustplaats’ worden. Ik stopte meteen deze gedachte weer weg uit respect voor al die mensen die hun geliefden wel in zo’n urn ‘verpakt’ hadden. Toen ik bij het urnengraf van mijn geliefde aan kwam, zag ik meteen dat het een zachte winter was geweest. De plantjes tierden welig en het onkruid dat ik verwijderde maakte plaats voor mijn ‘Vergeet me nietjes’ een boodschap of herinnering die wat mij betrof geheel overbodig was. Deze plek had me de laatste jaren veel gegeven, iets wat ik me van te voren nooit had kunnen voorstellen. Het gaf me steun, met name als ik voor moeilijke beslissingen stond of even niet wist wat ik met mezelf aan moest.

Na zo’n minuut of tien liep ik weer terug, naar waar ik vandaan kwam en zag ik dat er een lange rij mensen met behuilde ogen het pad vanaf het crematorium afliep. Ik besloot mijn tempo iets te minderen om de stoet voor te laten en stond even stil. Ik ving een gesprek op tussen vier dames van eind twintig die blijkbaar een collegaatje waren ‘verloren’. Ook zo’n fijn woord, alsof je die collega op een ander moment weer zou kunnen vinden.
“Zag je hem stuk gaan, dat had ik nooit verwacht.”
“Nee zeker niet, hij was de laatste dagen juist zo sterk.”
“Mannen zijn daar anders in hoor, die kroppen alles op en dan komt het naar buiten.”
Er volgde een dialoog met allerlei verklaringen over de vormen en stadia van rouw en de verschillen tussen mannen en vrouwen. Over wat erger was, een plotselinge dood of een sluipende ziekte. Over wat acceptabel was m.b.t. tot tijd na overlijden en het opnieuw aangaan van een nieuwe relatie en het al dan niet voorstellen aan de kinderen. Over wat er allemaal nog te wachten stond in het leven van blijkbaar deze verse jonge weduwnaar en over het gemis en hoe daar mee om te gaan. Adviezen in de vorm van; ik zou, denk dat hij moet en het zou beter zijn als…

Ik realiseerde dat ook ik dit soort gesprekken gevoerd had en er waarschijnlijk ook dit soort gesprekken over mij gevoerd waren. Met alle goede bedoelingen, met heel veel adviezen. Maar ook vaak ongeloof over de manier waarop ik omging met ons verlies. Niks geen vastliggende stadia van rouw, verbazing over onze manier van het leven weer oppakken en keuzes die we maakten met betrekking tot werk. Adviezen die meteen in de wind werden geslagen, gemis dat naarmate de tijd verstreek helemaal niet minder werd maar juist meer.
Waar ik me eerst ergerde aan de manier van praten van deze jonge dames, realiseerde ik me des te meer dat ik in hun ‘schoenen had gelopen’, maar nu ook in andere schoenen. Dat mensen om je heen vaak de beste bedoelingen hebben en dat praten op welke manier dan ook voor alle partijen helend werkt.
Laten we ons echter goed realiseren dat ieder op een eigen manier rouwt en/of verlies of verdriet draagt. Dat protocollen altijd uitgaan van een ‘standaard’ maar vaak voorbij gaan aan het feit dat ieder mens anders is en mag zijn. Dat geldt voor mensen die een dierbare verliezen maar ook voor mensen die moeten leren omgaan met mensen die iemand hebben verloren.
Er zijn geen goede vragen en geen goede antwoorden.
Er zijn geen foute vragen en geen foute antwoorden.
Er is geen handleiding en geen leidraad.
Respect en begrip voor elkaar en soms ‘afwijkende’ manier van doen, vragen en reageren.
Geen hoge verwachtingen hebben maar koesteren wat belangrijk is, voor jou op dat moment, in die fase van je leven.

Karin Donkers
Schoolleider op een school
voor OntwikkelingsGericht Onderwijs
Edublogger / HetKind bloggers
Twitter @kardonsch

3 reacties op “Ooit ‘liep ik ook in die schoenen’. Maar rouw kent geen passende ‘schoen’!

  1. Nu ik dit lees lijkt het gisteren dat wij daar liepen. Het is lastig wat doe je wel, wat zeg je niet. Zelfs nu weet ik niet altijd of ik je wat moet zeggen. Ik weet de datum maar wil je wel dat ik daar aan denk en er wat over zeg.

    Ik heb erg veel bewondering voor hoe je er mee omgaat maar ik zie ook dat het niet altijd zo makkelijk is als het lijkt.

  2. Mijn beleving: Rouwverwerking heeft geen vaste stadia maar is een emotionele achtbaan waar je soms na jaren ineens weer opnieuw in terecht kunt komen zonder of met een duidelijke aanleiding daarvoor. Je leert het traject steeds beter kennen en gaat de bochten en de loops soms al in met een gevoel van herkenning. Elke achtbaan is anders en ieder heeft zijn eigen karretje, met zijn eigen baanlengte. Het is fijn wanneer mensen mee kijken en laten merken dat ze er zijn.

  3. Ik weet niets van je leven en van je verlies Karin, ken je alleen van Twitter als onderwijsmens. Maar voel met je mee hoe dat kan gaan met ervaren verlies. Mooie blogpost.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.