Over vriendschap, onzekerheid en meidenverdriet

Wat een verdriet
Snikkend zat ze op haar stoel, bril beslagen en ogen rood van het wrijven. Op haar rosé shirt zaten kleine donkere vlekjes waar de tranen het katoen hadden geraakt. Ik liep op haar af en vroeg haar wat er aan de hand was. Tranen van echt verdriet en niet van pijn. Op de een of andere manier was dat verschil heel duidelijk te zien. Ik legde mijn hand op haar schouder en het snikken werd nog luidruchtiger.
“Meisje toch, wat een verdriet, wil je me vertellen wat er is?”
“Ik wil het wel maar ik kan het niet” snikte ze. Even bleven we stil naast elkaar zitten, terwijl ik haar vanuit mijn ooghoeken aankeek. Esther was een rustig en onopvallend meisje en zeker geen leerling waarvan binnen het team de naam regelmatig viel. Ik was dan ook heel verbaasd om haar zo verdrietig aan te treffen.
Na een minuut of wat vroeg ik: “Wat gaan we doen? Zullen we even samen praten of drogen we de tranen en gaan we naar de klas?” Snikkend deed ze haar verhaal over de ruzie met haar vriendin, de manier waarop ze naar haar keek en het gevoel dat ze niet goed genoeg was. Als haar vriendin met een ander klasgenootje praatte, de angst dat er over haar geroddeld werd en alle onzekerheid die dit met zich mee bracht. De boosheid over arrogante blikken en de angst om buiten gesloten te worden. “Ze kan zo lelijk doen en me negeren” zei ze als een soort afronding.

Wat gaan we doen
“En nu” vroeg ik, “Wat zou je nu willen doen?”
“Heb je het wel eens aan haar verteld hoe je je voelt en wat je moeilijk vindt?”
Verbaasd keek ze me aan. “Nee, natuurlijk niet”
“Maar als je dat niet doet, hoe moet ze dan weten hoe jij je voelt.” Na wat heen en weer praten, werd al snel duidelijk dat als we iets wilden oplossen dat dan de ‘andere’ partij wel op de hoogte zou moeten zijn. Maar Ester durfde dit niet en was zo bang dat ze dan haar vriendin kwijt raakte, dat ze stom gevonden werd.
Ik stelde voor eerst alleen even met Jill te gaan praten en daarna vervolgens samen. Dat wilde Ester wel, maar als ik het idee zou hebben dat Jill niet begreep wat er aan de hand was, dan wilde ze absoluut niet met haar in een kamer zitten.

Juf mag ik even
Ik liep naar de groep 7 waar Ester niet naar binnen durfde.
“Nicole mag ik heel even met Jill praten. Jill keek me aan met een blik??? “Wow, Jill wat kijk je lelijk naar me” floepte er uit.
“Ik weet al waar het over gaat en ik heb er helemaal geen zin in.”
“We spreken af dat als je niet wil praten dat dat niet hoeft, maar ik wil je wel wat vertellen . Vind je dat wel goed?” Haar blik veranderde en schoorvoetend liep ze met me mee. Ik legde een arm om haar schouder en zag haar gezicht opklaren. Nog voor ik maar iets kon vertellen, begon ze met praten. Alsof er een bandje afdraaide dat ik daarnet ook al gehoord had. Bijna een identiek verhaal over onzekerheid, de angst om haar vriendin kwijt te raken, het wantrouwen naar elkaar als ze met andere meiden uit de klas afsprak en het gevoel niet zo populair te zijn en vreselijk haar best te moeten doen.
Toen ze uitgesproken was, biggelden de tranen over haar wangen en de net iets te goedkope mascara liet zwarte sporen na.
Even pakte ik haar hand en zei:”Heb je het hier wel eens met Ester over gehad.”
“Nee dat durf ik niet”
“Zullen we samen met Ester gaan praten?”
“Ik denk dat Ester dat fijn zou vinden.” Even aarzelde ze en vroeg toen:
“Denk je dat ze niet boos op me wordt?”

Echte vriendinnen
We liepen samen naar beneden waar in ons Ouderlokaal Ester wat benauwd richting de deur keek. We gingen op de bank zitten en ik had aan elke kant een meisje met doorlopen ogen naast me. Beiden keken ze me vol verwachting aan. Even keek ik van links naar rechts en haalde mijn schouders op. “Saai hoor, jullie verhalen” zei ik. De meiden keken met met een vragende blik aan. “Ja, ik meen het.” “Twee meisjes die bijna het zelfde verhaal vertellen.” “Eigenlijk gewoon twee vriendinnen die het moeilijk vinden om de aandacht te delen met anderen, die bang zijn om elkaar kwijt te raken en jaloers zijn als de ander met een klasgenootje praat.” “Wat zou ze over me zeggen.” “Tja en weet je, vriendinnen roddelen niet over elkaar, echte vriendinnen zijn eerlijk tegen elkaar.” De meiden keken elkaar en opnieuw stroomden de tranen. Het was alsof ze in een spiegel keken en bijna in koor: “Maar ik roddel helemaal niet over haar.” “Zij denk dat altijd” snikte Jill. “Ja maar jij kan me negeren en zo arrogant doen.”
“Zijn jullie vriendinnen” vroeg ik nadat er wat heen en weer gekissebist werd. “Ja”
“Nou dan doen jullie dat natuurlijk niet en willen jullie elkaar zeker geen verdriet doen.” Nog even werd er verder gepraat en na een minuut of wat vroeg ik of het nu niet tijd werd om naar de groep te gaan. Ook hier volgde een bijna identiek antwoord:” Dan ziet iedereen dat we gehuild hebben en wat moeten we dan zeggen?”
“Dan drogen jullie nu je tranen en drinken jullie wat water, als jullie denken dat het weer kan, gaan jullie naar de klas terug.”

Closetrol en wat water
Dat deden de twee dametjes. Een closetrol diende als papieren zakdoek en in de keuken werden er twee mokken gevuld met water. Ik liet ze alleen en ging naar mijn kantoor waar ik mijn spullen pakte omdat ik een vergadering had. De deur ging een minuut of vijf later open en ik stond net met mijn jas aan. “Karin, zie je nog dat we gehuild hebben?” “Ja” antwoordde ik eerlijk, “Maar wat kan het je schelen.”
Ze liepen mijn kantoor uit. Ik pakte mijn spullen en wilde de school verlaten, toen de twee opnieuw via de betonnen trap naar beneden kwamen.
Dit keer lachend: “Karin, bedankt hè.”
Ik knipoogde, stak mijn duim op en liep de school uit, op weg naar mijn vergadering. Ik betrapte me erop dat ik terwijl ik de auto instapte, nog steeds en glimlach om mijn mond had.

Mooi spul, die meiden.

Het is de maandag na de donderdag. Het is de eerste dag van de Krokusvakantie en de bel gaat.
Twee meiden staan voor mijn deur en kijken me wat onzeker aan. “We komen wat brengen.” Jill rent naar haar fiets, die tegen de schuur staat en uit haar fietstas pakt ze iets. “Voor jou”, zeggen ze opnieuw in koor. “Omdat jij ons geholpen hebt.” “Bedankt Karin.”

Ontroerd, stil en onder de indruk.
Soms realiseer je je pas achteraf: “Ik kan dus het verschil maken.”
Mooi.

“Fijne vakantie meiden en ontzettend bedankt!” , roep ik hen na.

Eén reactie op “Over vriendschap, onzekerheid en meidenverdriet”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.