We hadden niets te veel gezegd. We werden overladen met boeken. Een kleine oproep en de ouders van onze leerlingen zouden de zolders opduiken op zoek naar boeken waar ze graag afstand van wilden doen. Dozen vol en al snel rook het in de personeelskamer muf en werden er snelle en wendbare ‘zIlvervisje’ ontdekt die zich een weg baanden tussen de grote hoeveelheid oude geurende boeken. “Waar gaan we de boeken bewaren?” , was de vraag van die morgen toen Teun met een grote boodschappentas de kring in stapte. “Tas moet terug, boeken mogen weg als ze niet verkocht worden.” zei hij. Onze oproep voor boeken om te verkopen in de boekenkraam tijdens de jaarlijkse fancy fair begon immense vormen aan te nemen. Achteraf hadden we natuurlijk alleen om kinderboeken moeten vragen maar dat is zoals dat zo mooi heet ‘de koe in zijn kont kijken’. Na wat oplossingen van de kleuters te hebben gehoord, vonden we al snel dat het speellokaal de ruimte was die we het beste konden missen zo eind april. “We spelen meer buiten dan binnen, ze staan uit het zicht, er kunnen er veel en het er is genoeg ruimte om uit te zoeken en te spelen.” , waren de argumenten waar we het al snel over eens waren. Hoewel de laatste opmerking mij het idee gaf dat deze kleintjes niet precies wisten wat de bedoeling was.
De verhuizing van de boeken wordt uitvoerig voorbereid en de karren die tijdens het buitenspel nog gediend hebben als vervoermiddel voor de politie en koets voor een prinses, worden nu flexibel ingezet als verhuisauto. Teun , Niels, Janny en Petra zijn de ‘gelukkige’ verhuizers en tijdens de speeltijd worden de dozen en tassen met boeken naar het speellokaal gereden. Ik heb er geen omkijken naar en vertrouw er op dat ze het na wat aanwijzingen over de plek waar de voorraad moet komen, het in orde maken. Af en toe loopt één van het viertal het lokaal in om wat te pakken maar ook daar besteed ik verder geen aandacht aan. “Juf heb je van die gele plakbriefjes?” “Jongens jullie hebben een eigen kast met spullen en knutselmateriaal misschien dat daar wat bij is.” Misschien had er op dat moment een vraagteken moeten verschijnen, maar dat gebeurt niet. Ik zie nog wel net Teun lopen met in zijn handen de stiften, plakband en kleine vouwblaadjes. Maar nog is dat voor mij op dat moment geen signaal om eens te kijken wat de ‘mannen’ aan het doen zijn. Ik ga verder met drie jongens die een bouwtekening aan het maken zijn van hun bouwwerk van kleine blokjes.
Na zo’n 30 minuten kijk ik tevreden rond. Iedereen is lekker aan het werk. Ik loop naar de personeelskamer om een kop koffie te halen en mijn aandacht wordt getrokken door pratende kinderen vanuit het speellokaal. Ik loop die richting uit en blijf bij de deur kijken. Even doe ik een stapje achteruit om geen ‘stoorzender’ te zijn. De dozen en tassen met boeken zijn inderdaad daar waar ze moesten staan, achterin het speellokaal tegen de muur. Ze zitten alleen niet meer in de dozen en tassen maar staan netjes uitgestald op de gymbanken. De twee meisjes zijn heel druk bezig met sorteren, Niels is briefjes aan het schrijven met daarop letters en tekeningetjes en Teun zit achter de bovenkant van de kleuterkast met een tekenblaadje en een pen aantekeningen te maken. Ze zijn druk bezig met de voorbereidingen voor hun eigen bibliotheek. Ik hoor ze tegen elkaar praten over de verschillende soorten boeken en de ontbrekende spullen zoals bibliotheekpasje en een gat waar de boeken die teruggebracht worden, ingegooid mogen worden. Met plakband worden de briefjes met symbolen aan de gymbanken opgehangen en af en toe verschijnt er een woord op zo’n briefje ter verduidelijking. Er wordt overlegd over de prijs van een pasje en de bank waar een boek al dan niet moet komen te liggen. Wat hoort waar en waarom? Is het boek voor grote mensen of voor kinderen?
Dan wordt er op mijn rug geklopt. ‘Juf, komt mama al?” Ik draai me om en zeg: “We gaan over 5 minuten opruimen, dan is het tijd om naar huis te gaan.” De net vierjarige Sven steekt zijn duim in zijn mond en loopt schijnbaar tevreden met dit antwoord terug naar het lokaal. Het viertal in het speellokaal kijkt verschrikt mijn kant uit. “Nee juf we hebben nog geen tijd gehad om te spelen.” “Ja dat klopt. Verhuizingen nemen altijd veel tijd in beslag.” Een beetje beteuterd kijken ze me met vragende ogen aan. “Mogen we vanmiddag…?” “Kunnen er vanmiddag wel al klanten komen om boeken te lenen? Is de bibliotheek dan weer geopend na de verhuizing?”antwoord ik. Lachend kijken ze me aan en bijna tegelijk geven ze me antwoord.
Die middag mogen de kinderen uit de groep boeken lenen in de bibliotheek. Het viertal pakt hun rol als bibliotheekmedewerkers serieus op en er wordt mooi rollenspel gespeeld. Vrij spel of is ‘t uitspelen van eerder opgedane ervaringen? Het is ieder geval spontaan ontstaan. Een mooi voorbeeld hoe een bibliotheekbezoek eerder dit jaar door deze kinderen is omgezet in het zelf opzetten van een spelhoek waar allerlei mooie kansen liggen voor spel maar zeker ook voor taal- en rekenactiviteiten. We sluiten de dag af met een leeskwartiertje en lezen in onze eigen biebboeken. Nog een week en dan zal de bibliotheek haar bestaansrecht verliezen en de boeken worden verkocht op onze fancy fair. Maar voor nu eerst nog een paar dagen genieten.
Karin Donkers Edublogger / HetKind Bloggerscollectief