Wat zal mams zeggen?

De whats app licht op en de tekst verschijnt in beeld. “Mam is gevallen. Ze belde me, want ik was er niet.”

Schoonzusje op de app:

“Ik ben zo snel mogelijk naar huis gegaan. Het is een waar wonder, maar toen ik thuis kwam zat ze al weer op haar stoel. Haar gezicht is blauw, net als de hele zijkant van haar lichaam. Zicht goed, geen hoofdpijn of andere klachten. Het lijkt weer met een sisser te zijn afgelopen.”

Het is niet het eerste bericht met dezelfde boodschap. Elke keer is de schrik weer groot, daarna de ongerustheid en die wordt gevolgd door boosheid en dan gelatenheid. Het is een tombola van emoties die alle kanten uitgaan. We weten het al een tijdje. Mams is niet alleen slecht ter been, maar ook dement. Ze heeft al enige tijd een WLZ beschikking, wet langdurige zorg. Ze zou 24 uurs zorg nodig hebben, wat betekent dat ze niet meer alleen kan zijn. Ze wil alleen niets, geen mensen over de vloer en geen andere verplichtingen. Ze wil met rust gelaten worden en niet leven op tijd. Ze staat inmiddels op de wachtlijst voor een zorginstelling, maar het woord zegt het al ‘wachtlijst’. En als ze al aan de beurt zou zijn, is nog maar de vraag of ze dat wel wil.

Het is twee dagen later als ik de sleutel in het slot van haar woning steek. Ik had mijn bezoek aangekondigd, toen ik haar gisteren belde om te vragen hoe het met haar was en ook mijn bezorgdheid geuit over de valpartij. Ze wimpelde het wat weg en wilde er zo min mogelijk aandacht aan besteden. Ik steek de sleutel in het slot want laat mezelf altijd binnen, maar vandaag lukt dit niet. De deur zit nog op het nachtslot en er zit niets anders op dan aanbellen. Ik druk één keer. Ga dan in mijn pauzestand, want weet dat het lang gaat duren, als ze me al heeft gehoord.

Na een paar minuten hoor ik haar roepen.

“De deur zit nog op het nachtslot mam. Ik kom eraan.”

Even schrik ik van die zin, van het woord mam, maar herpak me en wacht geduldig tot ze de deur open doet. Haar gehavende koppie zie ik door de kier van de deur als ze hem voorzichtig opent.

“Hey jij, daar? Ik verwacht mijn moeder.” zegt ze.

“Och liefje, wat zie je er vreselijk uit!” Ik ben oprecht geschrokken van haar gehavende gezicht. Het gelaat is in tweeën verdeeld. De ene kant is die van een vrouw van 89, bleek, ingevallen en rimpelig. De andere kant is die van een te lang gelegen aubergine, paars, diepe groeven met wat donkerdere plekken.

“Ja, zie je. Jij schrikt al. Wat zal mijn mams zeggen? Ze is altijd al zo ongerust en wil van alles regelen. Ik zou liever hebben dat ze niet komt en me niet zo ziet. Maar ze belde en ze komt boodschappen vandaag voor me doen.”

Ik realiseer me dat ze mij met haar moeder verward. Haar ouders zijn al vele jaren geleden overleden, maar blijkbaar is dat vandaag even niet zo. Pijnlijk ook, dit besef. Even niets zeggen, eerst maar binnen komen.

Ik zet koffie en zeg, na haar aandringen, dat ik écht geen koekje hoef. Als we zitten vraag ik wat aarzelend of ze nog meer bezoek verwacht. “Ja dat zei ik toch net. Mams komt zo.” Ik laat het zo als ik merk dat tegenspreken geen zin heeft en ik kan alleen maar hopen dat ze niet de hele middag gaat zitten wachten en niet iedereen gaat bellen.

Een van de vele voorbeelden die de revue zijn gepasseerd de afgelopen maanden. Ik lees het bovenstaande stuk tekst van 30 september terug in maart. Mijn gedachten gaan maar door. Als ik er met mijn lief praat over de komende afspraak as. Maandag rollen er tranen over mijn wangen. Allerlei scenario’s dienen zich aan en ik probeer ze op te lossen nog voor ze aan de orde zijn of werkelijkheid worden. Ik draai overuren.

“Wat als……….?”

De wachtlijst waar ik over schreef, is inmiddels weggewerkt want van de week kreeg ik een mail dat er een plek is voor mams in een zorginstelling voor demente bejaarden. Ik ben druk geweest met telefoneren, formulieren invullen en afspraken maken. Binnen een maand zou het dan mogelijk moeten zijn om te verhuizen naar een appartement in een zorginstelling.

Mams weet nog van niets en ik weet nog niet wat haar reactie zal zijn. Ik vind het zo moeilijk en toch eigenlijk ook zo erg tijd. Ik had het haar willen besparen, we hadden het zo anders voor haar gewild. Deze lieve koppige en ooit zo sterke vrouw.

Maandag mogen we een bezoek brengen, het appartement bekijken. Mams die zo graag in haar eigen huis dood wil gaan, maar zich vanaf maandag zal realiseren dat dit niet gaat lukken. Als een berg zie ik op tegen deze actie, hoewel ik weet dat het zo niet meer kan. Ze wordt in rap tempo ‘slechter’ en het wachten is eigenlijk op de volgende desastreuzer valpartij of rare actie tijdens een angstaanval of verwarde episode.

De eenzaamheid slaat toe en ze doet niet veel meer dan in haar stoel zitten en als ze nog weet hoe de afstandsbediening werkt, televisie kijken. “Het liefst praatprogramma’s want dan lijkt het alsof ze bij me in de kamer zitten.” zal ze antwoorden als je vraagt wat ze graag ziet.

Dat zijn de goede momenten, maar die kunnen snel omslaan in algehele malaise en verwardheid.

Alle thuishulp wordt nog steeds buiten de deur gehouden en de continue zorg over haar welbevinden en lichamelijke gesteldheid begint ook bij kinderen haar tol te eisen. Ik bereid me voor op drama, op verdriet en op ernstig oppositioneel gedrag. Maar ik hoop op begrip van de situatie, berusting en bevestiging. Ik gun haar een veilige beschermde plek, aandacht en wat afleiding en nog een paar jaar een fijn leven als het haar gegeven is.

Karin Scholte de Jonge

Dochter, moeder, oma, echtgenoot, zus, schoolleider, leraar en voornamelijk mens.

2 reacties op “Wat zal mams zeggen?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.