We hebben contact, door eerst even mee te gaan in zijn patroon. 


Een afgekloven zacht knuffelpopje in zijn hand en een dikke traan op zijn wang. Aan de been van vader komt hij de groep binnen. Hij draagt een blauw Superman shirt en heeft gympen aan met van die lichtjes in de zolen. Ondanks zijn toch stoere uiterlijk, klemt hij zich bij elke stap vaster aan vader vast. Even probeert de man hem op te tillen maar zijn arm wordt al ‘bewoond’ door een peuter die ook niet van plan is hem los te laten. “Frits heeft moeite met afscheid nemen. Hij is deze week nieuw.” zegt vader.MTwee opmerkingen die eigenlijk totaal overbodig zijn, maar wat moet je zeggen. “Spannend he Frits? Het is ook mijn eerste dag en ik vind het eigenlijk ook best een beetje eng.” Frits lijkt niet getroost door mijn woorden en zijn zachte gesnik gaat nu over in hard huilen. “Ik wil naar huis.” Zijn vader is duidelijk wat in paniek en knielt bij hem. “Zo erg is het niet, ik kom je straks weer ophalen.” Hij kijkt mij aan en ik zie zijn ogen waterig worden. “Ik vind het zo moeilijk, ik kan ook geen afscheid nemen.” Ik glimlach even en zeg dan:”Moeilijk hè en dan voor Frits ook.” “Kom maar Frits, geef papa maar een kus dan gaan wij een stoeltje zoeken. Of wil je gezellig even bij mij zitten?”Dat valt helemaal niet goed en Frits kiest ‘eieren voor zijn geld’. Hij gaat huilend op een stoeltje zover mogelijk bij me vandaan zitten. Zijn popje verdwijnt nu bijna in zijn mond en vader loopt nog een keer maar hem toe om nogmaals een kus te geven. “Dag Frits, tot straks.” Nog even steekt Frits zijn handen uit maar dan geeft hij op en zakt berustend maar huilend wat in elkaar. Af en toe wordt het geluid harder onder het voorlezen maar ik zie hem ook rond kijken. Als de uithalen heel erg worden, vraag ik hem of hij het boekje wil laten zien. Maar ook hier wordt negatief op gereageerd. We proberen nog een kort gesprekje in de kring te voeren maar door het gehuil kunnen we elkaar nauwelijks verstaan en ik besluit eerst maar met de groep buiten te gaan spelen. 

Buitengekomen blijft hij op een afstand staan kijken, nog steeds met zijn slappe popje in zijn hand. Als alle kinderen hun speelgoed uit de schuur hebben gekozen, kijk ik zijn kant uit. Ik loop naar hem toe en probeer een gesprekje aan te knopen. Ik vraag wat en vertel wat. Maar er komt niets ‘terug’. Ik vraag hem of hij nog iets wil kiezen maar ook daar alleen een nee snik. Ik besluit hem maar even met rust te laten en loop naar Rik toe die ook nieuw is vandaag maar bijna ‘onzichtbaar’. Rik heeft in de kring alleen maar om zich heen gekeken, niets gezegd en geen contact gemaakt. Hij staat bij het klimrek en ik vraag hem of hij daar al op kan klimmen. Hij straalt als ik hem aanspreek en begint meteen met klimmen en te vertellen hoe hij het een en ander doet. Ik mag hem van alles vragen en Rik vertelt onder zijn verwoede klimpogingen van alles over zijn vakantie en zijn familie. Hij voelt zich duidelijk meer op zijn gemak en laat graag zien wat hij allemaal al kan. “Je lijkt wel een echte bergbeklimmer.” zeg ik dan. “Ik ga even bij Frits kijken, tot straks.” 

Ik kijk om en zie Frits rondjes lopen met zijn hoofd naar beneden. Hij heeft niet eens in de gaten dat de karren rakelings langs zijn benen rijden. Hij gaat helemaal op in zijn activiteit. Ik loop naar hem toe en vraagt of hij niet lekker in de zandbak wil spelen. “Ik loop rondjes” zegt hij. Even lijkt het alsof het contact dat ik met Frits ga krijgen niet meer dan het hoognodige zal zijn vandaag. “Juf Karin wanneer komt papa weer?” Maar dan besluit ik om net als bij Rik mee te gaan in zijn activiteit. Ik ga ook rondjes lopen. Eerst even verder bij hem vandaan maar dan steeds dichter bij hem. Hij staat stil, kijkt naar mij en loopt weer verder. Al lopende vertel ik dat papa na het spelen hem weer op komt halen en stel ik hem wat vragen. Geen antwoord maar ik besluit nog niet op te geven en vertel hem wat ik na schooltijd ga doen. En daar komt Frits! Papa gaat vanmiddag samen met hem en zijn broertje naar het bos. Voor het middageten gaat papa extra lekkere broodjes halen en zijn broertjes heeft de bijnaam ‘de kleine bulldozer’ omdat hij alles omver gooit. Hij lacht als hij dit vertelt en ik geef hem een papieren zakdoekje waarmee hij zijn tranen droogt. De vragen die ik vervolgens stel worden stilstaand en met een lach op zijn gezicht beantwoord. 

We hebben contact. Niet door hem mee te nemen in mijn planning, maar door eerst even mee te gaan in zijn patroon. 

Fijn! 

Karin Donkers

Edubloggers / HetKind Bloggerscollectief 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.