Een avond zoals andere avonden in december. Wat druilerig weer, motregen en wat mist. Een verdrietig gevoel bekruipt me als ik naar mijn auto loop. Ik stap in en sla veel te hard mijn autodeur dicht. Ik steek mijn sleutel in het contact maar draai deze niet om. Mijn hand gaat naar mijn wang waar ik de tranen wegwrijf. Even sla ik dan met beiden handen op mijn stuur en vloek hardop.
Na 8 weken deelname aan de Familiegroep van het GGZ merk ik dat ik het moeilijk heb gevonden om iedereen gedag te zeggen. Deze ouders, van volwassen kinderen met zeer diverse psychiatrische achtergronden, de meeste met kinderen die een psychose hebben gehad, hebben elkaar de afgelopen weken leren kennen. Ze hebben herkenning gevonden, elkaar kunnen bevragen, verdrietige momenten gedeeld en ook hoop gegeven. Sceptisch was ik bij aanvang en sceptisch was ik aan het einde bij de evaluatie.
Hebben deze bijeenkomsten je wat gebracht?
Wat herinner je je nog een maand later?
Ik weet het niet, ik weet het niet zeker. Maar wat ik wel zeker weet is dat het dus blijkbaar mogelijk is om elkaar, binnen 8 weken, heel veel toe te vertrouwen en je daar ook prettig bij te voelen.
Moe maar voldaan kwam ik elke week thuis. Niet in staat om meteen naar bed te gaan. Een hoofd vol verhalen en een lijf vol emoties. Soms koud en rillend op de bank maar een andere keer ook warm, behaaglijk en dankbaar. Wat is er nog weinig bekend over hoe je hersenen werken, waarom de èèn zus en de ander zo reageert op bepaalde gebeurtenissen en/of trauma’s. Het is bijna niet voor te stellen hoe groot de verschillen zijn tussen mensen. Wat hebben we toch weinig vat op ons lijf en onze hersenen.
De vragen ‘waarom, hoe en wat’ zijn vragen die we nog steeds maar mondjesmaat kunnen beantwoorden. En dat roept in deze ogenschijnlijke maakbare samenleving veel frustratie en vragen op. We willen gewoon een pil, een therapie, een oplossing voor onze psychische klachten. Onze kinderen moeten beter worden en gelukkig zijn. We gunnen ze het zo om prettig te kunnen leven en hun dromen waar te kunnen maken.
Al onze hoop is gevestigd op de specialisten, de psychiaters en psychologen. Maar dat is heel vaak tevergeefs want er is geen handleiding en geen routekaart naar herstel. Net als er geen vaststaande manier is om als ouders je kinderen te ondersteunen. Het blijft zoeken, het is maatwerk, uitproberen, vallen en weer opstaan. Voor sommige duurt de zoektocht te lang, is de val te hard en lukt het niet meer om op te staan. Voor anderen lijkt de weg naar herstel met kleine stapjes en zijpaden in zicht. Maar het is hard werken en het is heel vaak een helse tocht waar de afloop niet van bekend is.
Misschien is dat meteen hetgeen me het meeste bij zal blijven. De empathie, het medeleven en de interesse in elkaar, in elkaars verhaal. Even stil staan bij wat eigenlijk echt belangrijk is in het leven. Maar aan de andere kant ook de wanhoop, het verdriet en het verlies. Ach, ik weet het ook eigenlijk helemaal niet. Ik denk dat ik weer een ‘rijker’ mens ben geworden. Ik weet inmiddels ook dat het leven voor iedereen hard werken is maar dat dit voor kwetsbare mensen heel hard en vaak te hard werken is.
Te veel vooruitkijken heeft weinig zin. Het enige dat je echt zelf kunt doen is je best, gezond leven, jezelf blijven uitdagen en proberen na de ‘val’ weer op te staan en opnieuw of iets anders te proberen. Soms met hulp van de hulpverlening en met ondersteuning van medicatie en minstens zo belangrijk is het ‘vangnet’ van familie en vrienden.
Maar uiteindelijk ben je jij het zelf die ‘het’ moet doen en dat is verre van makkelijk.
Bedankt allemaal voor………..alles.
Karin Donkers
Schoolleider (interim)
Edublogger en lid van Bloggerscollectief HetKind
Moeder van…, dochter van…, zus van.., vriendin van…, collega van…, kennis van… (-: